Een klein
stadje in het midden des lands, de viering van Koninginnedag, ergens halverwege de jaren '60.
Ter verhoging van de algehele feestvreugde is er een spel voor de lokale jeugd bedacht.
Het is de bedoeling dat zij via een met groene zeep
ingesmeerde helling letters op een bord gaan hangen.
Al
spoedig verschijnt het eerste woord.
'Juliana.'
De baan wordt altoos gladder en het begint erop te lijken dat het aanbrengen van het volgende woord allengs meer moeilijkheden op zal gaan leveren.
Letter voor letter ontstaat het woord H
O E R.
Ondanks de verwoede hulppogingen van de plaatselijke pastoor, het hoofd der lagere school en de beduusde burgemeester lukt het het laatste kind toch maar niet om met de letter 'A' tegen de baan op te klimmen.
Meer Columns, Anekdotes, Aforismen en Absurde feiten
De
avond is ten einde, Murk zet de tv uit, gaat naar bed en droomt over
het heden.
There
were moments when, well, there were moments whenthe
shangri-las:the past, present and future
Arthur
Butler,
Jerry
Leiber,
George
Francis Morton
Murk
zit in de huiskamer op de bank naast ma Hemelsoet.
Tot
zijn niet geringe verbazing staat er een enorme versierde Kerstboom
naast de televisie die de helft van het vertrek vult.
'Waar
komt die vandaan?'
Moeder geeft voor de verandering weer eens een helder antwoord.
'Ik werd wazig van de wijn en zat een beetje te dromen en toen ging de
bel.'
'Het
waren Jacqueline, Roel en Franka.'
'Ze
stonden ineens met die boom voor de deur en zijn uren bezig geweest met
versieren.'
'Ik heb je nog geroepen, maar je werd maar niet wakker.'
'Ze zijn net weg.'
Murk
voelt zich nog steeds niet erg wakker, maakt koffie en doet de tv
aan.
De
uitzending over het eiland Sark wordt herhaald.
Moeder
vindt er niks aan.
'Zet
liever maar iets anders op.'
Nadat
Murk de gids heeft geraadpleegd en tot de conclusie is gekomen dat er
op elke zender slechts herhalingen worden vertoond en naar bed wil
gaan grijpt ma de afstandbediening en begint mopperend te zappen.
'Waar
is die goeie ouderwetse nostalgie dan toch gebleven?'
Op
een van de kanalen wordt een trailer van een musical uitgezonden.
Er
rijdt een arrenslee getrokken door een span rendieren over een
besneeuwd landschap.
Murk
wil zich geërgerd uit de huiskamer terugtrekken, maar dan herkent
hij in de koetsier Wim Bensdorp en ziet hij dat de familie de Mol de
passagiers zijn.
De
koetsier begint een country versie van de Dodenrit van Drs.P.
Te zingen.
We
rijden op de prairie en we hebben veel plezier
Vancouver
is nog ver maar we hebben plenty bier
De
familie de Mol valt in.
De
slee knerpt gesmeerd door de maagdelijke sneeuw
Het
is wat ons betreft toch wel de Kerstmis van de eeuw
Geen
vuiltje aan de lucht want er is hier geen gevaar
Alleen
wat vage vlekken, dat zijn d’ wilde coyotes maar
De
rendieren blijven vers want het is hier koud genoeg
En dertig mijlen verder is er gelukkig weer een kroeg
Er
staan hier heel veel sparren dus we hebben weinig zicht
Maar gelukkig zijn de rendieren wel keurig afgericht
Het
eten is in orde alleen de pudding smaakt wat raar
Bij misselijkheid of diarree bellen we dr Oetker maar
In
de finale voert de bas van pa de Mol de boventoon.
Wodka
hier wodka daar
Moeder
maakt een rendier klaar
Twee
well done en een halfgaar
Had
ik m'n nieuwe lever maar
Steeds
uit voorraad leverbaar
Oh
wat stinkt dat rendierhaar
De
aftiteling gaat gepaard met gebeier van Kerstklokken.
De voiceover meldt dat we de von Trappjes gerust mogen vergeten
nu The Smell of Myrrh met de familie de Mol binnenkort 'in een
theater bij u in de buurt' staat.
Murk
wordt wakker, ligt gewoon in bed.
In
de verte slaat de klok van de GodfriedBomanskathedraal.
Murk
telt de slagen, twaalf, het is middernacht, het begin van tweede
Kerstdag.
t.g.v. de 65e geboortedag van James Newell Osterberg, beter bekend als Iggy Pop 21-04-12
De lul van Iggy of de
foto die ik nooit heb gemaakt.
In
1993 had ik vrij toegang tot de eerste editie van het
Lowlands-festival in Biddinghuizen.
Dat
had ik via de Eindhovense band The Alabama Kids die ik eerder had
gefotografeerd weten te regelen.
Ik
maakte in die tijd foto's bij concerten en festivals zonder dat ik
daar explicite toestemming voor had.
Toen
ik begin jaren '80 optredens begon te fotograferen was dat nooit een
probleem, maar aan het eind van het decennium werd dat allengs
lastiger.
Bij
stadions en festivals smokkelde ik mijn fotoapparatuur in melkpakken
en uitgeholde broden in koelboxen of in omgebouwde thermoskannen
naar binnen.
Als
ik daarna met een batterij camera's om mijn nek rondliep had ik
meestal geen last meer van de aanwezige security.
Iemand
die zonder accreditatie brutaalweg openlijk met twee camera´s
rondbanjert loopt immers minder in de kijker dan iemand die zijn
spullen schichtig verbergt.
Bij
kleinere zalen vroeg ik meestal eenvoudigweg of ik mijn foto-koffer
dan wellicht bij de garderobe zou kunnen inleveren.
Nadat
het antwoord 'ja dat kan hoor' liep ik dan toch maar gelijk de zaal
in.
Ja
ik zou mijn spullen 'kunnen inleveren', maar dat hoefde niet te
betekenen dat ik dat dan ook zou doen.
Aan
de uitnodiging om Lowlands '93 gratis te bezoeken zat een restrictie,
ik mocht het concert van the Alabama Kids fotograferen, maar moest
daarna mijn camera's onmiddellijk inleveren.
Achteraf
heb ik spijt dat ik me aan deze afspraak had verbonden.
Ik
had met mijn pasje bijna overal toegang, inclusief de pers-tent, maar
had toch veel liever de beschikking over mijn derde en vierde ogen gehad.
Ik
genoot van de muziek, het leuke publiek, het fraaie weer, dronk
teveel bier en vermaakte me best.
Tot
het moment dat het optreden van Iggy Pop begon.
De
andere bands had ik van een afstand bekeken om de beelden die ik op
mijn netvlies zou kunnen krijgen niet gelijk als stills
die ik met een fototoestel zou hebben kunnen vastleggen niet te
hoeven zien.
Bij
Iggy moest en zou ik vooraan staan.
Er
zijn foto's die je als Rockfotograaf altijd had willen
maken.
Ik
ben te laat geboren om concerten van Jimi Hendrix, Janis Joplin of
Jim Morrison bij te kunnen wonen.
Ik
had de heer James
Newell Osterberg
al wel een aantal keren gefotografeerd.
Maar
nu stond ik op een meter afstand toen hij zijn mannelijk deel te
voorschijn haalde en daarmee de snaren van zijn gitaar tot bloedens toe
beswaffelde.
Pijnlijk!
Ik leef sinds die dag in augustus met de beelden van de ultieme
foto die ik nooit heb kunnen maken in mijn achterhoofd.
Maar het
lijkt mij dat het voor hem ook niet echt een heel erg aangename sensatie moet zijn geweest.
Op
19 april 2012 overleed Levon Helm, drummer, een van de zangers van
the Band.
The
Band was een
Canadees-Amerikaanse band die onder die naam van 1968 tot 1976 een
sleutelrol heeft gespeeld in de Rock-geschiedenis.
Niet
zozeer omdat zij onder het grote publiek een aanzienlijke
populariteit genoot, meer als een band die van grote invloed op
andere muzikanten is geweest.
In
Nederland waren dat o.a. de leden van de 60-ies Folkband CCC Inc.
Dat
zegt u waarschijnlijk weinig, maar als ik de namen van enkele leden
en hun latere activiteiten noem gaat u wellicht een licht op.
Ernst
Jansz, later bekend geworden als een van de voormannen van de band
Doe Maar.
Joost
Belinfante, een van de vroegere leden van Doe Maar, schreef en
zong o.a. het lied Nederwiet.
Huib
Schreurs, oprichter van de Stichting Popmuziek Nederland, voormalig
coördinator en directeur van de concertzaal Paradiso te Amsterdam.
Jaap
van Beusekom, oprichter van de Stichting Popmuziek Nederland,
directeur van deze stichting, die later opging in het Nationaal Pop
Instituut, een van de initiatiefnemers van de Rockacedemie in
Tilburg.
Voordat
the Band in de tweede helft van de jaren '60 furore begon te maken
met hun eigen mix van Amerikaanse traditionele muziek waarin Country, Folk en Rock´n Roll werd versmolten hadden de leden er al
een klein decennium als begeleidingsband opzitten.
Eerst
als the Hawks, de band van Ronnie Hawkins, later als begeleiders van
Bob Dylan in de periode dat deze zichzelf van akoestische
Folk-troubadour tot NewFolk-gigant met elektrische versterking
incarneerde.
Meestal
kan ik me niet meer precies herinneren waar ik was toen ik de
klassiekers uit de Pop-
en Rockmuziek voor het eerst heb gehoord.
Uit
mijn vroegste jeugd staan me the Beatles, Rolling Stones en Elvis
nog wel vaag bij en ik meen dat ik veel later mijn auto eens op de
vluchtstrook tot stilstand heb moeten brengen toen ik the Red
Hot Chili Peppers
voor het eerst uit mijn autoradio hoorde knallen, maar dat kan ook net zo goed bij Nirvana's
Smells like teen spirit zijn geweest.
De keer dat ik the Band 35 jaar geleden voor het eerst hoorde
staat me daarentegen nog helder bij.
Ik
zat in de tweede klas van de middelbare school en werd als
13-jarige gedwongen om tijdens een les Nederlands naar een vaag hippiebandje
te luisteren.
Vraag
me niet waarom die leraar het nodig vond tijdens de vijftig minuten
lestijd die hem was gegeven zijn leerlingen de landstaal behoorlijk
bij te brengen te misbruiken om ons met zijn eigen muzikale smaak te
infecteren.
De
lerares Engels in de brugklas had wel eens de opmerking gemaakt dat
we vooral maar veel naar Engelstalige popsongs moesten luisteren
omdat we daar die taal dan veel sneller en op een plezierigere wijze
van zouden kunnen gaan leren, maar het nut van het afspelen van
elpees bij Nederlands van de een of andere kutband die zich in een
onverstaanbaar buitenste buitenlands manifesteerde ontging me geheel.
Ik
moet hierbij aantekenen dat ik meneer van L. vanaf Dag Een dat ik met
hem werd geconfronteerd al een ongelooflijke klootzak vond.
Nadat
ik de brugklas had doorlopen werd ik wegens het overweldigende succes
waarmee ik deze opgaaf had volbracht in een klas op een hoger
schoolniveau geplaatst waar ik nog niemand kende.
Tijdens
de plechtige uitreiking van de boeken en het lesrooster aan het begin
van weer een nieuw schooljaar kwam de leraar die dat jaar onze mentor
zou zijn op het briljante idee om mij tijdelijk
tot klassenvertegenwoordiger te bombarderen.
Mijn
protest dat ik geen enkele naam van mijn medeleerlingen kende mocht
niet baten.
'Het
is maar voor een paar weken, daarna wordt er een definitieve
representant gekozen.'
Ik
weet niet meer hoe het me in een leeg klaslokaal is gelukt een schema
te tekenen met de namen en plaatsen die mijn jaargenoten tussen
augustus en juni zouden gaan innemen, maar achteraf was ik toch best wel
trots op het eindresultaat.
De
heer van L. had in de eerste les nog wel een puntje van kritiek.
'Ik
zit toch niet naast de deur!'
Het
verweer dat ik de tekening in een vertrek had gemaakt waarin de
configuratie van het bureau van de leraar en de tafeltjes waarachter de
leerlingen die geacht werden hem aandachtig aan te horen zitting zouden nemen een gespiegelde
versie was van de ruimte waarin we ons op dat moment bevonden ging
verloren in het hoongelach van mijn nieuwe klasgenoten.
Kortom,
L. was voor mij al een lul met een korte achternaam voordat ie ons
ook nog eens met zijn muzikale voorkeuren begon lastig te vallen.
Achteraf
moet ik toegeven dat er op de muzikale smaak van L. weinig valt af te
dingen.
En overigens
kan ik me ook niet herinneren dat ik verder nog iets van die eikel heb
geleerd.
The
death of a Rock'n Roll icon in his own words:
Well
the poor old dirt farmer, he only grows stone
He
grows them on down till they're big enough to roll
Drie
mannen delen een cel in afwachting van de afhandeling van hun
aanhouding.
Hun
namen zijn uit privacy overwegingen achterwege gelaten.
Nadat
ze elkaar een paar keer kritisch vanuit hun ooghoeken hebben bekeken,
een tijd naar de vloer hebben gestaard en alle op de muren
aangebrachte graffiti kreten hebben gelezen, speelt de
nieuwsgierigheid op en dient zich een vraag aan.
'Waarom
zitten jullie hier?'
#1
'Ik
heb zevenenzeventig mensen afgeslacht, acht door middel van een
bomaanslag en daarna heb ik er nog eens negenenzestig afgeschoten op
een eilandje.'
'Maar
daar had ik toch echt wel goede redenen voor.'
'Ik
wilde ons werelddeel een gruwelijk lot besparen.'
'Ben heel erg bang dat Europa te zijner tijd anders een
Moslim-dictatuur zal kunnen gaan worden.'
'Zie het maar zo, zouden jullie de top van de Nationaal Socialistische
Partij in´33 niet hebben afgemaakt als je wist dat je daarmee de
Tweede Wereldoorlog en de moord op miljoenen in concentratiekampen
zou kunnen voorkomen?'
#2
'Ik
heb een zwijn die de profeet en God heeft beledigd, afgeslacht.'
'Alle
lof zij Allah, de Heer der werelden. Allah's zegeningen en vrede zij
met de profeet Mohammed, zijn familie en metgezellen en iedereen die
hun voetstappen volgt tot aan de Laatste Dag.'
#3
'Ik
zit hier voor het uiten van mijn vrijheid van meningsuiting.'
'Heb
de waarheid natuurlijk niet in pacht, maar het lijkt me toch dat
jullie enigszins misleid zijn.'
'Jij
denkt toch niet echt dat het afmaken van mensen, die op een eiland een
feestje aan het vieren zijn, gelijk staat met het doden van potentiële
oorlogsmisdadigers?'
'En
jij, Mo, ik gun je die 72 maagden in het hiernamaals best wel hoor,
maar wat denk je nou zelf.'
'Als
er een almachtige God bestaat, dan is die toch zeker ook zelf wel in
staat om met een klein, dik columnistje af te rekenen?'
Er
wordt hard op de deur gebonkt.
Er
gaat een luikje open.
Er
verschijnt een gezicht.
De
bewaker van dienst meldt zich.
'Hé,
ik zou toch maar uitkijken wat je zegt, hier wordt alles hoog
opgenomen en dan kan het ook zomaar zo zijn dat het tegen je wordt
gebruikt.'
Als
Jacqueline de draagtas met de artikelen die ze bij de
LorettaSchrijver heeft bemachtigd leeg schudt betrekt het gezicht van
Erwin en uit hij zijn ongenoegen over de
aangeschafte spullen.
'Heb
je nu weer een handtas gekocht, ik heb je vorige week toch gezegd dat
ik een paar van die
krengen op
Marktplaats zou
gaan zetten als je weer met zo'n ding
thuiskomt!'
Jacqueline
blaft terug dat ze alles gewoon met de
creditcard van de kliniek heeft betaald.
'Het
is toch niet voor mezelf
maar voor de hond!'
Ze
begint de unieke kwaliteiten van de inhoud van de draagtas op te
sommen en slaat Erwin en Murk met de uit de glossy
voor de modebewuste hond opgedane kennis om de oren.
'Het
is volgens de Jackie Russell het beste dat je op het gebied
van hondenverzorging kan kopen.'
'Kijk
nou eens wat een kekke tas van Louis Vuitton, een waterproof
doggy-bag waar je kleine
hondjes in kan vervoeren met een boel vakjes om speeltjes en alles
wat je onderweg nog nodig hebt in kan bewaren.'
Murk
en Erwin bekijken de zaken die Jacqueline
over de bank heeft uitgespreid.
Naast
een hondenmandje
in de vorm van een fluoriderend roze bot, een paar flashing flesjes,
enkele
blingblingbotten, bijtringen en
kwijldoekjes blijkt
de tas ook nog eens een
dekentje met
het opschrift 'Snoop Dogg Doggy Dogg
World' te bevatten.
Broer
en zwagerkijken
elkaar aan en vragen
zich af of Jacqueline wellicht toch
last van het empty
nest syndroombegint
te krijgen.
Murk
stapt uit de lift van de tweede verdieping van het dementorium en
kijkt rond.
Al
snel ontdekt hij ma Hemelsoet, zittend in een rolstoel, ingebouwd
tussen ruim twintig andere bewoners voor een televisietoestel waarop
een video van Frans Bauer wordt vertoond.
Murk
gaat op zijn hurken naast ma zitten om haar tehuisgenoten niet van
hun kijkgenot te beroven.
Na
tien minuten heeft de oude vrouw op de bank naast moeder genoeg van
de muziek en de luid meezingende en commentaar gevende seniele
senioren om haar heen en kan hij haar plaats innemen.
Het
lukt Murk nauwelijks om iets te begrijpen van hetgeen hij nog wel van
de woorden van moeder kan verstaan.
Er
loopt een vrouw langs die luid schreeuwend meedeelt dat ze naar de
winkel wil maar niet weet waar die is.
Het
brengt ma Hemelsoet op een idee.
Ze
begint opnieuw over het geld dat ze echt nodig heeft om iets te
kunnen kopen.
Shopahollica
blijkt een schier onuitroeibare ondeugd te zijn die zelf als je
zwakhoofdig bent geworden toch af en toe zijn kop weer opsteekt.
Murk
Hemelsoet heeft een uitkering, hij schrijft een roman en vindt dat best.
De ambtenaren van de Dienst Werk en Uitkering denken daar iets anders over.
Via een detacheringsbedrijf is er een sollicitatiegesprek voor een baantje bij een
verslavingskliniek met behoud van uitkering geregeld.
Zus
Jacqueline ziet ook nog wat haken en ogen en mailt haar broer.
De
laatste opmerking in de mail van zijn zus: 'Wat is de volgende baan
die Phoenix-detachering je aan gaat bieden, iets bij de
Scientology Church ?!' doet hem terugdenken aan de tijd dat hij
net met zijn studie bij de Hogere Technische School was gestopt.
Pa
Hemelsoet zag zijn droombeeld om het rustiger aan te gaan doen zodra
zijn zoon afgestudeerd zou zijn en in de zaak zou komen vervliegen en
had nadat hij zijn teleurstelling had verbeten zijn uiterste best
gedaan om Murk te behoeden voor een bestaan dat van ledigheid vervuld
zou zijn.
'Ga
dan in hemelsnaam iets anders studeren, ik betaal het wel.'
Murk
had helemaal geen zin om meteen weer aan een opleiding te
beginnen waarvan het erg ongewis was of hij die wel succesvol
zou kunnen of willen afronden en besloot zich dan maar op de
arbeidsmarkt te gaan storten.
Er
waren in de vroege jaren '80 van de vorige eeuw weinig banen voor
schoolverlaters.
Nadat
Murk alle kranten door had gespit was hij nog steeds niet op passend
werk gestuit.
Na
ruim twee weken driftig drukletters te hebben verslonden had hij nog
wel een advertentie gevonden voor een vacature waarin naar
bananenpellers werd gezocht.
Daarbij
werd de vereiste gesteld dat deze dan wel drietalig moesten zijn.
Het
leek hem een absurde voorwaarde.
Bij
het verrichten van deze werkzaamheden hoefde je volgens hem toch eigenlijk
niet echt over een uitgebreide woordenschat te beschikken om met je
superieuren en collega's te kunnen communiceren en op grond van een
reclameboodschap die indertijd nationale bekendheid genoot was het
immers ook meer dan voldoende bananen gewoon met Chiquita aan te
spreken.
Hierna
had hij nog ettelijke pogingen gedaan om door middel van open
sollicitaties een aanstelling
te versieren bij
bedrijven die wel bij zijn interesses aansloten.
De
brieven die naar platenmaatschappijen en concertzalen waren
gestuurd leverden ook weinig resultaat op.
Hij
kreeg slechts een dik pak afwijzingen van de bedrijven die de moeite
namen zijn brieven te beantwoorden, sommige van de reacties gingen
begeleid met een bemoedigend briefje en af en toe stuurden ze dan ook nog
een compact-disc die zij waarschijnlijk onverkoopbaar achten en dus
toch maar ruimte in hun magazijn in beslag nam.
Deels
als ultieme poging om zijn vader te bewijzen dat hij er echt alles
aan wilde doen om aan werk te komen en deels uit nieuwsgierigheid had
Murk daarna op een oproep van de Scientology
Church
waarin 'hard werken voor weinig geld' werd aangeboden gereageerd.
Vanzelfsprekend
zonder daarbij de intentie te hebben zich ooit bij deze of welk ander
sektarisch genootschap dan ook aan te willen gaan sluiten.
Hij
had verwacht dat hij na een paar dagen een schriftelijke uitnodiging
voor een gesprek in de bus zou krijgen, maar tot zijn niet geringe
ontsteltenis stond er reeds de volgende dag een aanhanger van de sekte
voor de deur.
Ma
Hemelsoet deed open en hoorde de man aan.
Nadat
zij had begrepen waar de man voor was gekomen liet zij hem binnen en
diende hem bij haar zoon aan.
Het
een en ander had bij Murk nog wel enige verbazing gewekt.
Hij
was niet gewend dat moeder zomaar iemand tot haar ark toeliet.
Sinds
de dag dat ma Hemelsoet tien jaar eerder een man die zijn bootje bij
haar had aangemeerd en zonder hier eerst toestemming voor te
vragen plompverloren op haar steiger was gaan zitten vissen
verontwaardigd had weggebonjourd en het heerschap het bijgevolg nodig
had gevonden haar een klap op haar hoofd te geven was zij enigszins
mensenschuw geworden.
Murk
moet weer lachen over de manier waarop moeder de Jehova-getuigen die
zich jaren later bij haar hadden aangediend om de tuin heeft geleid.
Deze
hadden plotsklaps haar hoving betreden en zij had geschrokken
gereageerd met de opmerking dat ze toch liever eerst wel telefonisch op
de hoogte zou worden gesteld als mensen haar wilden bezoeken.
Nadat
de mannen na een lange omzwerving door de buurt eindelijk een
telefooncel hadden weten te bereiken, na uitgebreid zoeken een verdwaald kwartje in de
voering van hun overjas hadden gevonden en het nummer dat ze zojuist
van haar hadden gekregen draaiden had ze hen zeer resoluut te woord
gestaan.
'Oh
u bent Jehova-getuigen,
dat spijt me dan vreselijk, maar daar ben ik dus echt helemaal niet
in geïnteresseerd.'
Murk
had de man van de Scientology
toch maar beleefd te woord gestaan, hem beloofd na te denken over het
voorstel om een dienstverband met de religieus filosofische beweging
aan te gaan en dan zo snel mogelijk zijn beslissing mee te delen.
Hij
had de kwestie de volgende dag met een kort briefje afgedaan.
'Helaas
kan ik niet op uw aanbod ingaan omdat ik inmiddels elders al een baan
aangeboden heb gekregen en geaccepteerd.'