maandag 5 december 2011

Fragment Seizoensgebonden Lentebal hst 19

Murk denkt terug aan de viering van het Sinterklaasfeest die hij ooit in het EEDD heeft mogen meemaken.
Hij ziet nog steeds de verwachtingsvolle blikken in de ogen van het dozijn demento´s die hem bij het verlaten van de lift op de afdeling psychogeriatrie hebben aangestaard.
Er hadden verrukte kreetjes geklonken tijdens de weg die hij zich door de zee van ouden van dagen die gisteren niet meer van eergisteren wisten te onderscheiden baande en in de mêlee van rolstoelen en rollators het gezicht van moeder probeerde te ontdekken.
De reactie die ma Hemelsoet op zijn blijde intocht had gegeven had hem doen beseffen dat hij zijn grijzende baard voor deze gelegenheid toch beter af had kunnen scheren.
´Sinterklaas!´

Nadat Murk een tijdje tevergeefs verwoede pogingen had gedaan moeder van zijn identiteit te overtuigen was tot zijn grote opluchting de echte goedheiligman verschenen.

De Sint was nagenoeg onverstaanbaar geweest, deels door de niet naar behoren werkende microfoon en deels doordat er zich onder de toehoorders diverse personen bevonden die zich nog wel het Sinterklaas-repertoire herinnerden, maar niet met elkaar tot consensus konden komen over welk lied op welk moment aangeheven zou moeten worden.
Ma Hemelsoet had ondanks het feit dat zij haar hand al tijden slechts op onnatuurlijke wijze stijf in dezelfde positie kon houden nog enthousiast mee zitten klappen.

Het uitdelen van cadeaus leek in eerste instantie een kwestie van dagen te gaan worden.
In het begin werden de bewoners nog een voor een naar voren geroepen, maar alras bleek dat er toch maar heel weinig waren die zich hun naam konden herinneren.
Het in de een of andere hoek neerleggen van de presentjes was hier uiteraard geen optie en dus werd er overgegaan tot een doeltreffender systeem.
De Sint liep begeleid door een van de verzorgers naar de juiste patiënt, drukte hem of haar het pakje dat eerder door familieleden was ingeleverd in handen, keek nog even snel opzij om te vragen hoe deze dan ook alweer heette en stamelde daarna nog iets liefs.
´Oh ja nou zie ik het, u bent meneer....´
´Alstublieft´

Nadat moeder haar pakje in ontvangst had genomen was ze er nog een tijdje mee op haar schoot blijven zitten, onderwijl maar herhalend dat ze het heel erg leuk vond en had hij de pantoffels die Jacqueline twee dagen eerder bij het tehuis had afgeleverd toch maar zelf uitgepakt.
Terwijl moeder over er niet voor kunnen betalen begon te praten en maar bleef zeggen dat ze haar portemonnee weer nergens kon vinden werden er versnaperingen rondgedeeld.
Er was worst, kaas en zoetigheid.
Ma had niet geweten wat ze moest kiezen en had alles geweigerd.
Het tweede rondje met de bitterballen was meer in de smaak gevallen.

Na twee uur had Murk het gehad.
De vrouw naast ma die een doos chocolaatjes had gekregen en de hele tijd meer geïnteresseerd was geweest in de sjaal van de vrouw die voor haar zat bleef maar om een zuster roepen.
Die was uiteindelijk aan komen snellen en had zonder veel acht te slaan op de felle protesten de doos meegenomen, het gegil parerend met opmerkingen dat ze dat alleen deed om er op kantoor de juiste naam op te schrijven en hem later echt terug zou geven.
Op het moment dat er een vrouw, vriendin of familielid van de zusterschreeuwer arriveerde werd de doos gelukkig alweer geretourneerd en bleek dat de gedachte dat de heerlijkheid wellicht al onder verpleegkundigen was verdeeld en opgepeuzeld die bij hem was opgekomen dus totaal ongegrond.

Moeder had ten lange leste woorden weten te vinden om het verzoek te formuleren om het cadeau van haar schoot te verwijderen.
Hij had het eigenlijk aan een van de dienstdoende verzorgers willen overhandigen, maar die waren toen steeds even niet beschikbaar.
Toen had hij de cadeauverpakking waarop zijn zus de naam van moeder had geschreven maar in de sloffen gepropt en aan haar stoel gehangen.
Bij een volgend bezoek had hij ze aan haar voeten aangetroffen.
Nou ja, zo erg zou het toch ook weer niet zijn geweest als er onverhoopt een ander die nog wel kon lopen mee aan de haal was gegaan.
Hij had nog wel geholpen om het glaasje advocaat dat door de veelverpleger met donkere huidskleur die door bijna alle aanwezigen consequent met Zwarte Piet werd aangesproken aan moeder was uitgereikt naar binnen te lepelen en was toen opgelucht vertrokken.
Blij het schimmenrijk met al die mensen die niet meer over de intelligentie beschikken die zij ongetwijfeld allen ooit hebben bezeten weer te kunnen verlaten.
Het had immers nog veel erger kunnen zijn.

Het had er nog aan ontbroken dat moeder was gaan jammeren dat ze erg lief was geweest en niet in de zak mee wilde worden genomen. 

Overwinteren onder een magistraal stralende zon in Spanje is voor gezonde pensionado´s wellicht een goed alternatief om van een heerlijk levensavondje te kunnen genieten, voor moeder is dit lot niet meer weggelegd.
Te laat.


Meer fragmenten uit Seizoensgebonden vindt u hier

2 opmerkingen: