vrijdag 30 september 2011

Fragment Seizoensgebonden Herfstval hst 3

In deze bloeiende staat en voortreffelijke stad immers leven alle mogelijke mensen van iedere natie en geloofsrichting met de grootste eendracht samen.
Benedictus de Spinoza over Amsterdam: theologisch–politiek tractaat

Er is geen redelijk leven zonder verstand. De dingen zijn daarom slechts goed al naar gelang zij de mens helpen een leven te leiden dat door het verstand bepaald wordt.
Benedictus de Spinoza: Ethica

In een vrij staatsbestel is het eenieder toegestaan te denken wat hij wil en te zeggen wat hij denkt.
Benedictus de Spinoza: theologisch–politiek tractaat

Murk heeft zich opgegeven voor de Spinoza-wandeltocht die het JJVoskuilinstituut voor heemkunde en historie organiseert.
Het is weer eens iets anders, betalen om zich rond te laten leiden in plaats van zelf toeristen geld aftroggelen.

Het is een natte dag.
Murk zag de bui al hangen, er werd weliswaar maar één bui voorspeld, maar die zou zomaar weken kunnen duren.
Terwijl hij naar het instituut loopt peinst hij over de betekenis van Spinoza.
'Gedogia zou best wel weer eens een vrijdenker van dat statuur kunnen gebruiken.'
Het door wis- en natuurkunde geslepen brein van Spinoza begon al vroeg te twijfelen aan de waarheden die in kerken over God werden verkondigd.
Hierdoor werd hij al snel beticht een vereerder van wiskundige zekerheden te zijn.
‘Wat je niet allemaal kan bereiken als de exacte vakken tot je sterke punten behoren.'
Spinoza had blijkbaar op zijn vierentwintigste al zo veel diepzinnigs over het geloof verkondigd dat hij hierdoor als gevaar voor de Joodse kerkgemeenschap werd beschouwd en door de kerk en zijn gelovigen werd verstoten.
Het hielp ook niet dat hij voorkeur gaf aan het recht van het land boven de Joodse wetten.
Hij weigerde zijn vaders erfenis met louter schulden te accepteren, liet zich in een juridische strijd minderjarig verklaren, terwijl hij volgens Joodse wetten al sinds zijn dertiende jaar volwassen beschouwd en deed zijn aanspraak op de erfenis van zijn moeder gelden.
De God van Spinoza is de natuur en de logica.
Albert Einstein zei dat als hij in een God zou geloven het de God van Spinoza zou zijn.
Murk bedenkt zich dat hij het liefst zou zien dat iedereen van God los was.
'Godsdienstwaanzin bestaat niet, Godsdienst is waanzin.'
'Uiteraard heeft iedereen wel recht op zijn eigen waanzin.'

Murk meldt zich bij het JJVoskuilinsituut, betaalt en wordt voorgesteld aan de drie andere deelnemers van de wandeltocht, drie oudere dames.
De gids Jacob Maaiveld blijkt goed te kunnen vertellen, het type man dat je de hedendaagse jeugd gaarne als geschiedenisleraar gunt.
Ze wandelen door de stad langs de plek waar Spinoza qua onderwijs voor het eerst iets anders dan een Joods geluid hoorde, de privé school van Franciscus van den Ende.
Van den Ende was behalve schooldirecteur ook schrijver van theaterstukken en politieke pamfletten o.a. Kort Verhael van Nieuw-Nederland (1662).
Murk Brederoot binnensmonds.
‘Lering ende vermaeck.'
‘lering is vermaak!'
De tocht voert verder langs de Agnietenkapel waar Caspar Barleus en Gerardus Vossius Athenaeum Illustre, een voorloper van de universiteit van Louloenen hebben opgericht.

De groep passeert de Vondelkerk.
Ten gevolge van de gestaag vallende regen zit er op dit moment natuurlijk niemand van Murk’s vrienden op het bankje.
  
Bij de op zondag zo goed als uitgestorven GerhardDurlachermarkt wordt besloten de BatavusDroogstoppel binnen te gaan om wat te drinken en op te drogen.
Deze uitspanning staat op de plaats waar in de zeventiende eeuw het geboortehuis van Spinoza stond.

Jacob bestelt een biertje, de dames en Murk nemen koffie.
Er komen kaarten op tafel waarop Maaiveld laat zien hoe Louloenen zich sinds het herfsttij der middeleeuwen heeft ontwikkeld.

De wandeling wordt vervolgd, Jacob vertelt hoe blij hij is dat het Spinoza-monument er toch eindelijk is gekomen.


'Vroeger stond Spinoza op de bankbiljetten van duizend Florijn, de hoogste wetenschapsprijs van Gedogia, de Nobelprijs van ons land is de Spinozapremie, maar een beeld waar de gewone sterveling dagelijks met hem wordt geconfronteerd is geen overbodige luxe.'

Als de groep in de richting van de beurs loopt, botsen tot twee keer toe jongens die Murk uit zijn vroegere verslavingsperiode als dealers herkent expres tegen hem op.
Murk besluit maar geen sjoege te geven en loopt snel door.

In de JoostZwagermanstraat wordt nog even bij het beeld van Vondel stilgehouden en Maaiveld vertelt over de Ethica van Spinoza.
'Het is pas na zijn dood uitgegeven, het werd gebracht door enkele van zijn medestanders, toen het eenmaal gedrukt was, was de geest uit de fles, de kennis bleef beschikbaar voor degene die er kennis van wilde nemen.'
Murk bedenkt zich dat het jammer is dat voor zover bekend Spinoza nooit een kroniek over Louloenen heeft geschreven.
'Zoals bijvoorbeeld Samuel Pepys in zijn Diary over het 17e-eeuwse Londen, in de tijd dat er grote branden, pest en oorlog met de lage landen was heeft gedaan.'
‘Als er ooit nog dergelijke manuscripten van Spinoza opduiken zou Dan Brown er best nog een aardig boekje van kunnen maken.'

De groep gaat uiteen, Murk en Jacob besluiten nog een biertje in een café te gaan drinken.

Een klein uur later loopt Murk weer op straat, overdenkt de natte rondgang die hij die dag door de stad heeft gemaakt en richt zijn schreden al scholastiekend in de richting van het hoofdspoorwegstation.
'Vrijheid vormt geen politiek gevaar maar leidt tot geestelijke en economische welvaart.'
'Veel erflaters van onze beschaving zijn niet in ons land geboren, Vondel en Anne Frank zijn in Duitsland geboren en Spinoza wiens ouders uit Portugal waren gevlucht zouden tegenwoordig allochtoon worden genoemd.'
'Vluchtelingen zijn altijd een aanwinst voor deze stad en land geweest door de kennis, geld
en arbeidsreserve die ze met zich mee brachten.'
'Ze hebben onze stad een gouden eeuw geschonken, terwijl Antwerpen ondertussen bijna failliet ging door de brain-, money- en labourdrain in het begin van de 17e eeuw ten gevolge van het daar nog volop heersende Spaanse juk.'
'In deze stad was het in ieder geval altijd nog mogelijk de boeken van Descartes, John Locke en Boris Pasternak uit te gegeven.'

Als Murk op het Waagplein langs de JanCampert loopt besluit hij daar toch nog maar wat bier te gaan kopen.
Hij is drijfnat en om zijn osmotische waarde te herstellen kan hij van binnen ook nog wel wat vocht gebruiken.
Op het moment dat hij zijn beurs wil openen teneinde tot betaling over te gaan breekt het lipje van de ritssluiting.
Sinds Murk geen crack meer gebruikt en weer over een portemonnee met geld en pasjes voor het ziekenfonds en bank beschikt is hij erg gehecht geraakt aan zijn tegenwoordige manier van leven en de daar bijlomende bezittingen en er zit niets anders op dan subiet een nieuwe geldbuidel te gaan kopen.

Ondanks het afschuwelijke weer is het druk in het centrum, de winkelstraten zijn vol met shoppers.
Volgens Murk bewijst dit het denkbeeld van Spinoza dat de mens niet over een vrije wil beschikt.
De vrijdag daarvoor is het koopjesjachtseizoen weer begonnen.
De eerste dag van de ondeugende meidendagen in de HeleenvanRoyenshoppingmal ging gepaard met paniek omdat alle pinautomaten snel leeg waren en hierdoor het gerucht ontstond dat er weer banken waren omgevallen.
Deze zondag lopen er opnieuw talloze mensen door de stad om dingen te kopen die ze de rest van de week ook al niet nodig hadden.
Voor Murk geldt hetzelfde, hij heeft alleen een nieuw portemonneetje nodig maar besluit toch ook maar meteen een nieuw schrijfblokje aan te schaffen.


Meer fragmenten uit Seizoensgebonden vindt u hier

Geen opmerkingen:

Een reactie posten