Op de pont over de Doolaard zit een man verdiept in een boek van Thomas Mann, de Toverberg.
Hij wordt hierbij gestoord door een jonge zwerver die hem vraagt waar het boek over gaat.
De man vertelt dat de roman handelt over een jongeman die zich in een sanatorium in Zwitserland bevindt.
De jongen kent het verschil tussen mortuarium en sanatorium niet.
‘Is ie dood dan?’
Op de gezichten van de mede-passagiers breekt een milde glimlach door.
De man blijkt over genoeg geduld te beschikken om de zwerver de juiste betekenis van het woord sanatorium uit te leggen.
Deze luistert aandachtig en vertelt dat hij slechts zelden leest, maar in het geval dat hij dat wel doet ´liever een informatief boek heeft.´
Op het moment dat de man zijn nieuwsgierigheid naar welke onderwerpen de interesses van de jongen dan zoal uitgaan wil bevredigen komt het antwoord al.
‘Een telefoonboek bijvoorbeeld.´
Murk vindt het jammer dat de pont de overkant heeft bereikt.
‘Het leven is vaak absurder dan fictie, met het observeren van zulke ontmoetingen heb je bijna geen boeken meer nodig.´
Geen opmerkingen:
Een reactie posten