Wat
vooraf ging:
Murk
Hemelsoet heeft een uitkering, hij schrijft een roman en vindt dat best.
De ambtenaren van de Dienst Werk en Uitkering denken daar iets anders over.
Via een detacheringsbedrijf is er een sollicitatiegesprek voor een baantje bij een
verslavingskliniek met behoud van uitkering geregeld.
Zus
Jacqueline ziet ook nog wat haken en ogen en mailt haar broer.
De
laatste opmerking in de mail van zijn zus: 'Wat is de volgende baan
die Phoenix-detachering je aan gaat bieden, iets bij de
Scientology Church ?!' doet hem terugdenken aan de tijd dat hij
net met zijn studie bij de Hogere Technische School was gestopt.
Pa
Hemelsoet zag zijn droombeeld om het rustiger aan te gaan doen zodra
zijn zoon afgestudeerd zou zijn en in de zaak zou komen vervliegen en
had nadat hij zijn teleurstelling had verbeten zijn uiterste best
gedaan om Murk te behoeden voor een bestaan dat van ledigheid vervuld
zou zijn.
'Ga
dan in hemelsnaam iets anders studeren, ik betaal het wel.'
Murk
had helemaal geen zin om meteen weer aan een opleiding te
beginnen waarvan het erg ongewis was of hij die wel succesvol
zou kunnen of willen afronden en besloot zich dan maar op de
arbeidsmarkt te gaan storten.
Er
waren in de vroege jaren '80 van de vorige eeuw weinig banen voor
schoolverlaters.
Nadat
Murk alle kranten door had gespit was hij nog steeds niet op passend
werk gestuit.
Na
ruim twee weken driftig drukletters te hebben verslonden had hij nog
wel een advertentie gevonden voor een vacature waarin naar
bananenpellers werd gezocht.
Daarbij
werd de vereiste gesteld dat deze dan wel drietalig moesten zijn.
Het
leek hem een absurde voorwaarde.
Bij
het verrichten van deze werkzaamheden hoefde je volgens hem toch eigenlijk
niet echt over een uitgebreide woordenschat te beschikken om met je
superieuren en collega's te kunnen communiceren en op grond van een
reclameboodschap die indertijd nationale bekendheid genoot was het
immers ook meer dan voldoende bananen gewoon met Chiquita aan te
spreken.
Hierna
had hij nog ettelijke pogingen gedaan om door middel van open
sollicitaties een aanstelling
te versieren bij
bedrijven die wel bij zijn interesses aansloten.
De
brieven die naar platenmaatschappijen en concertzalen waren
gestuurd leverden ook weinig resultaat op.
Hij
kreeg slechts een dik pak afwijzingen van de bedrijven die de moeite
namen zijn brieven te beantwoorden, sommige van de reacties gingen
begeleid met een bemoedigend briefje en af en toe stuurden ze dan ook nog
een compact-disc die zij waarschijnlijk onverkoopbaar achten en dus
toch maar ruimte in hun magazijn in beslag nam.
Deels
als ultieme poging om zijn vader te bewijzen dat hij er echt alles
aan wilde doen om aan werk te komen en deels uit nieuwsgierigheid had
Murk daarna op een oproep van de Scientology
Church
waarin 'hard werken voor weinig geld' werd aangeboden gereageerd.
Vanzelfsprekend
zonder daarbij de intentie te hebben zich ooit bij deze of welk ander
sektarisch genootschap dan ook aan te willen gaan sluiten.
Hij
had verwacht dat hij na een paar dagen een schriftelijke uitnodiging
voor een gesprek in de bus zou krijgen, maar tot zijn niet geringe
ontsteltenis stond er reeds de volgende dag een aanhanger van de sekte
voor de deur.
Ma
Hemelsoet deed open en hoorde de man aan.
Nadat
zij had begrepen waar de man voor was gekomen liet zij hem binnen en
diende hem bij haar zoon aan.
Het
een en ander had bij Murk nog wel enige verbazing gewekt.
Hij
was niet gewend dat moeder zomaar iemand tot haar ark toeliet.
Sinds
de dag dat ma Hemelsoet tien jaar eerder een man die zijn bootje bij
haar had aangemeerd en zonder hier eerst toestemming voor te
vragen plompverloren op haar steiger was gaan zitten vissen
verontwaardigd had weggebonjourd en het heerschap het bijgevolg nodig
had gevonden haar een klap op haar hoofd te geven was zij enigszins
mensenschuw geworden.
Murk
moet weer lachen over de manier waarop moeder de Jehova-getuigen die
zich jaren later bij haar hadden aangediend om de tuin heeft geleid.
Deze
hadden plotsklaps haar hoving betreden en zij had geschrokken
gereageerd met de opmerking dat ze toch liever eerst wel telefonisch op
de hoogte zou worden gesteld als mensen haar wilden bezoeken.
Nadat
de mannen na een lange omzwerving door de buurt eindelijk een
telefooncel hadden weten te bereiken, na uitgebreid zoeken een verdwaald kwartje in de
voering van hun overjas hadden gevonden en het nummer dat ze zojuist
van haar hadden gekregen draaiden had ze hen zeer resoluut te woord
gestaan.
'Oh
u bent Jehova-getuigen,
dat spijt me dan vreselijk, maar daar ben ik dus echt helemaal niet
in geïnteresseerd.'
Murk
had de man van de Scientology
toch maar beleefd te woord gestaan, hem beloofd na te denken over het
voorstel om een dienstverband met de religieus filosofische beweging
aan te gaan en dan zo snel mogelijk zijn beslissing mee te delen.
Hij
had de kwestie de volgende dag met een kort briefje afgedaan.
'Helaas
kan ik niet op uw aanbod ingaan omdat ik inmiddels elders al een baan
aangeboden heb gekregen en geaccepteerd.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten