De
verkiezingen in de Verenigde Staten van Amerika zijn achter de rug,
na acht jaar Al Gore krijgt de U.S.A. een nieuwe president.
Omdat
de meeste kranten toch al 'gezakt' zouden zijn op het moment dat de
definitieve uitslagen bekend zouden worden gemaakt hebben sommige
dagbladen voor twee voorkanten gekozen, een voor Shani Davis en een
voor het geval dat tv-dominee Muntz nog zou winnen.
Murk
en Karel
zitten op
het bankje voor de Vondelkerk over de verkiezingen na
te praten.
´Het
is toch fantastisch dat er een zwarte president is gekozen?'
vraagt Karel.
'Nee
dat is gewoon de werkelijkheid, fantastisch is het pas als er niet
meer over huidskleur wordt gezeverd, je deelt mensen toch ook niet in
schoenmaten in!'
Karel
sputtert tegen, zijn woorden gaan gepaard met een behoorlijke
hoeveelheid bier vermengd met spuug.
'Maar
het is toch mooi als iedereen gelooft dat je alles kan bereiken,
ongeacht ras, sekse of geaardheid.'
'Jawel,
maar dat vinden wij toch allang en mensen die dat niet vinden zijn
vast niet snel van het tegendeel te overtuigen.'
'Elk
vooroordeel heb zijn nadeel' hikt Karel, 'en wie niet voor je stemt,
stemt tegen je.'
'De
wereld is anders toch wel heel erg blij met Davis' constateert Murk.
'Ja,
Adolf Hitler had ook stadions vol juichende mensen.'
'Je
bent een ouwe cynische zak Karel!'
'Precies,
net zoals jij toch, eerst cynisch zijn en dan pas geloven.'
Murk
moet afscheid nemen om op tijd bij de BBB te zijn om een lezing van
de geschiedkundige Maarten van Rossem bij te wonen.
Deze
zal zijn licht gaan laten schijnen over de verkiezing van de nieuwe
Amerikaanse president.
Het
theater van de BBB is een zaal van behoorlijke omvang en al weken
uitverkocht.
Van
Rossem begint zijn betoog.
'Tot
mijn verbazing sta ik hier aangekondigd als literaire ontmoeting.'
De
toon is gezet, de zaal lacht luid.
'Natuurlijk
ben ook ik bezig een roman te schrijven, maar het schijnt dat er nog
twee miljoen landgenoten zijn die hetzelfde doen.'
'Twee
miljoen' schrikt Murk, 'het is nog erger dan ik dacht.'
Van
Rossem vraagt de toeschouwers wie er nog meer aan een boek werkt.
Er
steken minder mensen hun hand op dan op grond van de statistiek te
verwachten is.
Van
Rossem vertelt dat het hem is opgevallen dat bij de verkiezingen in
de V.S. mensen soms wel negen uur in de rij voor een stembureau
staan voordat zij hun stem kunnen uitbrengen.
'Wie
van u heeft er wel eens langer dan vijf minuten voor een stemlokaal
gewacht?'
De
professor krijgt antwoord van een man die zojuist erg lang voor de
deur heeft moeten wachten voordat hij de zaal mocht betreden.
'Hier
wel!'
Van
Rossem kaatst de bal terug.
Ja,
dat heb je nu eenmaal bij literaire ontmoetingen.'
De
Amerika-deskundige moet zichzelf regelmatig tot de orde roepen omdat
hij van het onderwerp van de lezing afdwaalt.
'Ik
mag wel vaart maken, anders ben ik nog niet klaar als de nieuwe
president aan zijn volgende campagne begint.'
Hij
schetst cynische portretten van alle kandidaten voor het hoogste
politieke ambt dat deze wereld kent en behandelt daarna ook nog ruim
een kwart van de vorige presidenten.
Hij
stelt vast dat niemand een jaar eerder had kunnen voorzien dat een
ex-schaatser nu de machtigste persoon op aarde zou zijn.
'Bij
lezingen komt er meestal wel een moment dat ik moet toegeven dat ik
gelijk heb gehad, maar dit had ik echt niet voorzien.'
Van
Rossem neemt ruim de tijd voor een persoonlijke doorn in het oog.
Hij
is niet blij is met de marktwerking die tegenwoordig in sommige
dienstverlenende sectoren heerst.
'Mijn
half demente moeder van zesentachtig heeft zestien verschillende
verzorgers.'
'Wat
nou marktwerking, je kan in de meeste gevallen niet eens voor een
andere thuiszorginstelling kiezen!'
Nadat
van Rossem nog een tijdje heeft gefoeterd kijkt hij vragend naar de
medewerkers van de bibliotheek die zich aan de zijkant van het podium
hebben opgesteld.
'Gaan
we nu eerst pauzeren, of ga ik maar meteen door met het beantwoorden
van vragen?'
Er
is al bijna anderhalf uur verstreken, maar er zijn nog geen mensen
die onrustig op hun stoel beginnen te schuiven.
Van
Rossem kijkt afwachtend de zaal in.
'Of
komt u dan niet terug?'
'Nou
ja, komt u maar met uw vragen.'
Er
wordt gevraagd of het geven van lezingen altijd een onverdeeld
genoegen is.
'Ik
vind het spreken in het openbaar altijd leuk omdat ik dan meestal
minder tegengesproken wordt dan thuis.'
De
volgende kwestie gaat over de oorlogen in Irak en Afghanistan.
'Wat
vindt u van het standpunt van de toekomstige president over the
war against terrorism?'
'Ik
ben er niet blij mee dat hij hierover zo met mij van mening
verschilt, maar zelf heeft hij daar waarschijnlijk toch minder last
van.'
'Het
is ook maar goed dat ik geen politicus ben, ik ben veel te
autoritair.'
'Als
u 's morgens in de krant mocht lezen dat ik aan de macht ben gekomen
berg u dan maar.'
Het
college is afgelopen, van Rossem bedankt voor de aandacht.
'Ik
wil nog wel wat boeken signeren, maar dan moet u natuurlijk niet
allemaal een boek kopen.'
Het
is al laat als Murk thuiskomt, hij haast zich om het eten snel op
tafel te krijgen.
Omdat
ma hem voortdurend met allerlei vragen blijft bestoken die hij al
eerder heeft beantwoord
vergeet
hij steeds wat hij aan het doen was, wat hij uit de koelkast wilde
gaan pakken of nodig heeft om de tafel te kunnen dekken.
'Nu
even niet ma, ik ben aan het koken, je maakt me in de war.'
'ja,
dat heb ik ook wel eens' mummelt moeder.
Halverwege
de nacht wordt Murk wakker.
Als
hij de radio aanzet begint er net een uitzending van een op
humoristische wijze gegeven hoorcollege over de eerste wereldoorlog
door de nationale historie-cynicus Maarten van Rossem.
Murk
luistert een tijdje en valt dan gaaplachend weer in slaap met diepere
gedachten aan de bijzonder hoogleraar Amerikanistiek.
Die
Van Rossem is bijzonder hoogleraar en een bijzondere hoogleraar dat
is ie.'
'En
voorts ben ik van mening dat Maarten een van de beste
stand-upcomedians van ons land is.'
Meer fragmenten uit Seizoensgebonden vindt u hier