Onderweg naar het verjaardagsfeest van
mijn nicht haalde ik mijn exemplaar bij de Openbare Bibliotheek.
Tijdens de treinreis las ik het
voorwoord van Claudia de Breij.
Zij poneerde de stelling dat je het
boek bij voorkeur op je zeventiende moet lezen en als je die leeftijd
reeds ruimschoots bent gepasseerd, het ook aan de dichtstbijzijnde
middelbare scholier kan geven.
Mijn nicht werd zeventien en de
dichtstbijzijnde middelbare scholier en daar ik de leeftijdsgrens van
zeventien reeds royaal ben overschreden, leek het me niet meer dan
vanzelfsprekend haar het boek als extra verjaardagscadeau te
overhandigen.
Ik had het de eerste keer al op mijn
zeventiende gelezen en later nogmaals, toen ik de rest van het oeuvre
van Hermans tot mij nam en bedacht dat ik later altijd nog een
nieuw exemplaar bij de bieb kon gaan halen.
Daar is nooit meer wat van gekomen en
ik was het alweer bijna vergeten, tot ik gisteravond de Jonge
Schrijversavond in de Stadsschouwburg bezocht en tot mijn verrassing
enorme stapels van het boek ontwaarde.
Dus heb ik nu toch nog een exemplaar
van het boek waar je niet omheen kan, de onontkoombare Donkere Kamer
van Damokles.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten